Technologie verandert de wereld niet. Dat doen wij.

AI verandert werk niet vanzelf. Het versterkt bestaande structuren – tenzij we actief kiezen voor transparantie, inclusie en betekenis. Het VN-rapport maakt duidelijk: zonder visie groeit ongelijkheid. Met de juiste keuzes kan AI werk versterken in plaats van verdringen. Niet de technologie zelf, maar onze richting bepaalt de uitkomst.

Waarom AI ons dwingt tot keuzes over werk, ongelijkheid en richting

Er is een hardnekkig beeld dat technologie onze toekomst bepaalt. Dat AI een soort onvermijdelijke golf is waar we maar op mee moeten surfen, of kopje onder gaan.

Maar dat beeld klopt niet.

AI is geen natuurkracht. Geen autonome entiteit. Het is gereedschap — slim, snel en krachtig, maar volledig afhankelijk van de context waarin het wordt toegepast. En dus van de keuzes die wij maken. Keuzes over wie profiteert, wie controle heeft, wie toegang krijgt, en wat we als samenleving belangrijk vinden.

Precies daar legt het Human Development Report 2025 van de Verenigde Naties de vinger. Niet op de technologie zelf, maar op de sociale en politieke vraagstukken die ermee samenhangen. Op de spanningen tussen versnelling en ongelijkheid. Tussen automatisering en betekenisvol werk. Tussen mondiale AI-capaciteit en lokale menselijke veerkracht.

En bovenal: op het besef dat AI ons niet overkomt. We bouwen het. En dus kunnen we ook kiezen hoe we het inzetten.


Ongelijkheid is geen bijwerking. Het ís het probleem.

Eén van de krachtigste signalen in het rapport: AI maakt het verschil niet kleiner, maar juist groter. Niet per se omdat dat onvermijdelijk is – maar omdat bestaande ongelijkheid ingebakken zit in de manier waarop we technologie ontwerpen, verdelen en toepassen.

Het rapport maakt duidelijk dat de verdeling van AI-kracht (zoals rekencapaciteit, datacenters en AI-investeringen) zwaar scheefgroeit. Een paar landen en techbedrijven domineren. De rest kijkt toe. Ook binnen landen ontstaan verschillen: tussen hoog- en laagopgeleiden, tussen regio’s, en tussen mensen die toegang hebben tot AI en mensen die vooral het resultaat ervan ondergaan.

“Artificial Intelligence is accelerating human development – for some. For others, it may entrench exclusion and inequality.” (UNDP HDR 2025)

Wat betekent dat? Dat AI geen neutraal gereedschap is. Het is een spiegel. En wat we erin zien, hangt af van de keuzes die we maken over ontwerp, eigenaarschap, governance en gebruik.


Technologie is nooit alleen technologie

Wat het rapport goed laat zien – en wat wij in de praktijk van organisaties dagelijks ervaren – is dat AI zelden misgaat op technisch niveau. Het is vaak niet het algoritme dat faalt, maar het proces eromheen. De aannames. Het gebrek aan dialoog. Het ontbreken van regie.

Neem bijvoorbeeld de impact van AI op werk. Op papier biedt AI enorme voordelen: productiviteit, snelheid, betere beslisondersteuning. Maar in werkelijkheid voelen veel werknemers vooral onduidelijkheid: wordt mijn werk straks anders? Word ik overvleugeld door technologie die ik niet begrijp?

Het UNDP laat zien dat deze angst reëel is: wereldwijd verwacht 64% van de mensen dat AI hun werk beïnvloedt – maar minder dan de helft denkt dat hun organisatie of overheid hen helpt daarop voorbereid te zijn.

Het probleem is niet alleen wat AI doet. Het is wat wij ermee nalaten te doen.


Drie fundamentele richtingen voor AI in werk

Wat moet er dan wel gebeuren? Het rapport schetst drie noodzakelijke richtingen:

  1. Bouw AI-ecosystemen die mensen aanvullen, niet vervangen. Dat klinkt logisch, maar vraagt om een fundamentele herontwerp van werk: wat blijft mensenwerk, wat kan een agent doen, en hoe werken die twee samen?
  2. Veranker menselijke controle in ontwerp én toepassing. Transparantie, uitlegbaarheid, toetsbare besluitvorming – het zijn geen ethische add-ons, maar randvoorwaarden voor vertrouwen.
  3. Moderniseer onderwijs en vaardigheidsontwikkeling. Niet alleen op technologisch vlak, maar ook op het gebied van besluitvorming, samenwerken met AI, en het inschatten van risico’s.

Wat daarbij opvalt: het rapport noemt keer op keer het belang van het ‘herontwerpen van werk’ – niet vanuit een technologische blauwdruk, maar vanuit de ervaring en waarde van mensen zelf.

“Meaningful work is not a luxury. It is a cornerstone of dignity, inclusion and resilience.” (UNDP HDR 2025)


Wat betekent dit voor organisaties?

Voor bedrijven, overheden en instellingen is dit hét moment om regie te nemen. Niet over AI als technologie – maar over de vraag wat je ermee wilt bereiken.

In onze praktijk bij Augmentic zien we dat daar juist nu behoefte aan is. Organisaties die overspoeld worden door AI-tools, AI-belofte en AI-paniek, maar nauwelijks tijd nemen om fundamenteel stil te staan bij de vraag: welk probleem proberen we eigenlijk op te lossen?

Wat wij steeds vaker doen, is teruggaan naar de kern:

  • Wat is het werk dat we écht belangrijk vinden?
  • Waar zijn mensen onmisbaar?
  • Waar kan AI ondersteunen – op een manier die werkt én begrepen wordt?

We bouwen daaraan met Augmentic_OS – een platform waarin AI-agents niet als losstaande features bestaan, maar als verantwoorde, meetbare en mensgerichte collega’s. Niet om werk te vervangen, maar om het opnieuw in te richten – slimmer, transparanter en betekenisvoller.


AI vraagt geen keuze in techniek, maar in richting

Wat dit rapport blootlegt is geen gebrek aan innovatie. Het is een gebrek aan visie. En precies dat is ook de uitnodiging: durf te kiezen. Niet voor “welke AI je moet gebruiken”, maar voor wat je met AI wilt betekenen.

Werk wordt niet vanzelf beter van slimme systemen. Daarvoor zijn keuzes nodig. Over eigenaarschap. Over samenwerking. Over mensgericht ontwerp.

En die keuzes, die liggen niet bij de technologie. Die liggen bij ons.


📚 Gebaseerd op het Human Development Report 2025 – “A Matter of Choice: People and Possibilities in the Age of AI”, gepubliceerd door UNDP in mei 2025.

Lees het volledige rapport